Hoofdstuk 35 tot 37 - Parenterale voeding
Wanneer parenterale voeding?
Intestinaal falen dat gedefinieerd wordt als verminderde intestinale absorptie van macro- en micronutriënten en/of vocht, waardoor intraveneuze suppletie nodig is, kan tijdelijk of permanent zijn en is een diagnose die in incidentie toeneemt. Dit is onder andere te verklaren door de toenemende vergrijzing en de toename in de prevalentie van atherosclerose en complexe chirurgie. Tegelijkertijd is intestinaal falen de minst voorkomende vorm van orgaanfalen in Europa. De behandeling met parenterale voeding (TPV) vergt een multidisciplinair team en een goede samenwerking tussen de eerste, tweede en derde lijn. Het doel van de behandeling met TPV is een adequate voedings- en vocht toestand te bewerkstelligen met voldoende suppletie van macro- en micronutriënten en vocht. Hoofdstuk 35 gaat over definities van intestinaal falen, en de samenstelling van en indicaties voor TPV en wordt ingegaan op de complicaties van TPV als lijninfecties, TPV-geassocieerde leverziekten en osteoporose en het monitoren van patiënten met TPV.

Prof. dr. Mireille Serlie
internist-endocrinoloog, afdeling Endocrinologie en Metabolisme, Amsterdam UMC, Amsterdam

Prof. dr. Gerard Dijkstra
maag-, darm- en leverarts, afdeling Maag-, darm- en leverziekten, UMCG, Groningen

Dr. Geert Wanten
maag-, darm- en leverarts, afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten, Darmfalen Unit, Radboudumc, Nijmegen
Toegangswegen TPV
Hoofdstuk 36 behandelt toegangswegen voor totale parenterale voeding (TPV) en complicaties die kunnen optreden. De keuze van de veneuze toegangsweg is mede afhankelijk van de termijn waarvoor TPV nodig is. Achtereenvolgens worden de PICC lijn, het port-a-cath systeem, al dan niet getunnelde lijnen en arterioveneuze fistels (shunts) besproken. Complicaties die kunnen optreden zijn katheterinfecties, kathetersepsis , katheter occlusie en veneuze trombose en de preventie en behandeling hiervan besproken. Protocollaire training van patiënten en zorgverleners in katheterzorg is cruciaal om infecties en andere complicaties te voorkomen.
Organisatie van zorg rond TPV
TPV wordt vaak gestart in een ziekenhuis in situaties wanneer enterale voeding of vochtopname niet of onvoldoende is. De grootste groep patiënten heeft tijdelijk vocht of TPV nodig en wordt door het voedingsteam in de instelling samen met de specialistische thuisteams of verpleeghuisartsen begeleidt totdat de TPV niet meer nodig is. Een kleinere groep is langdurig of permanent van TPV afhankelijk. Zowel in ziekenhuizen als in de thuissituatie zijn er specialistische voedingsteams voor TPV. Hierbij zijn er diverse samenwerkingsverbanden om ervaringen te delen en de zorg te optimaliseren. Hoofdstuk 37 gaat in op de organisatie van de zorg rondom parenterale voeding.